Jaarfeesten op een rij
Share
Antroposofie kent verschillende jaarfeesten, die elk hun eigen betekenis hebben. Hieronder staan de belangrijkste antroposofische jaarfeesten in chronologische volgorde:
-
Kerstmis (25 december): Dit feest staat voor de geboorte van Jezus Christus en wordt binnen de antroposofie gezien als de geboorte van het licht, de zon en het innerlijke licht in de mens.
-
Driekoningen (6 januari): Op deze dag wordt de komst van de drie wijzen uit het Oosten gevierd, die het kindje Jezus geschenken brachten. Dit feest symboliseert het zoeken naar spirituele wijsheid en inzicht.
-
Maria Lichtmis (2 februari): Dit feest herdenkt de opdracht van Jezus in de tempel en staat symbool voor de innerlijke verlichting van de mens.
-
Pasen (datum varieert): Dit is het belangrijkste feest binnen de antroposofie en staat voor de opstanding van Christus. Het feest symboliseert de wederopstanding van de ziel en het ontwaken van de natuur uit haar winterslaap.
-
Pinksteren (7 weken na Pasen): Dit feest herdenkt de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen. Het staat symbool voor de innerlijke vernieuwing van de mens en de verbinding tussen hemel en aarde.
-
Sint Jan (24 juni): Op deze dag wordt Johannes de Doper herdacht en gevierd. Het feest staat symbool voor de zomerzonnewende en de innerlijke kracht en moed van de mens.
-
Michaël (29 september): Dit feest staat voor de aartsengel Michaël, die symbool staat voor moed, kracht en overwinning op het kwaad. Het feest markeert ook het begin van de herfst.
-
Sint Maarten (11 november): Dit feest herdenkt de heilige Martinus van Tours, die zijn mantel deelde met een bedelaar. Het symboliseert de liefdadigheid en naastenliefde van de mens en markeert het begin van de winter.
Dit zijn de belangrijkste antroposofische jaarfeesten, maar er zijn ook andere feesten die binnen de antroposofie worden gevierd, zoals het Michaëlsfeest (in de herfst), Sint Nicolaas (in december) en de Adventsperiode.
De Adventsperiode is een tijd van voorbereiding op het Kerstfeest en wordt binnen de antroposofie beschouwd als een belangrijke tijd van het jaar. Het woord "Advent" betekent "komst" en verwijst naar de verwachting en voorbereiding op de komst van Christus.
De Adventsperiode duurt vier weken en begint op de vierde zondag voor Kerstmis. Elke week wordt gekenmerkt door het aansteken van een kaars op de Adventskrans, die symbool staat voor de toenemende hoeveelheid licht naarmate Kerstmis nadert.
Binnen de antroposofie wordt de Adventsperiode gezien als een tijd van innerlijke groei en reflectie. Het is een tijd om stil te staan bij onze eigen innerlijke duisternis en te werken aan onze spirituele ontwikkeling en groei. Het aansteken van de kaarsen op de Adventskrans symboliseert het verlichten van onze innerlijke duisternis en het openen van ons hart voor de komst van Christus.
Tijdens de Adventsperiode worden vaak verschillende activiteiten ondernomen, zoals het maken van adventskalenders, het zingen van kerstliederen, het lezen van adventsverhalen en het samenstellen van kerstcadeaus. Er worden ook vaak kerstmarkten georganiseerd waar handgemaakte ambachtelijke producten worden verkocht.
In de antroposofische gemeenschap wordt de Adventsperiode ook vaak gevierd met speciale bijeenkomsten, zoals meditaties, lezingen en vieringen.
De Adventsperiode is een tijd om samen te komen en onze verbondenheid met elkaar en met de kosmos te vieren.